1. Nieuwe Wet DBA: zelf arbeidsverhouding beoordelen Zonder VAR moet er eerst beoordeeld worden of er misschien sprake is van een gewone dienstbetrekking. Ton Lamers heeft dat hiervoor besproken voor solisten, dirigenten, repetitors en begeleidingsgezelschappen.Met een VAR-wuo (of VAR-dga) was deze beoordeling overbodig, omdat zo’n VAR absolute vrijwaring gaf. Met de nieuwe Wet DBA is dat voorbij, iedereen moet weer zelf de beoordeling maken. Wel zijn er modelovereenkomsten die als hulpmiddel kunnen dienen.
2. Gezagsverhouding leidt tot dienstbetrekking Kenmerkend voor een dienstbetrekking (arbeidsovereenkomst) is de gezagsverhouding. Als die bestaat moet iemand als werknemer in dienst bij de werkgever en moeten er loonheffingen worden afgedragen. Zo niet, dan is er sprake van een opdrachtovereenkomst en mag er bruto uitbetaald worden.
3. Modelovereenkomsten Als er twijfel bestaat of er misschien dienstbetrekking zou zijn, kunnen goedgekeurde modelovereenkomsten een hulpmiddel zijn om zekerheid te krijgen, mits de werkelijkheid daarmee overeenstemt. De volgende overeenkomsten bestaan momenteel:
- Algemeen: geen werkgeversgezag + geen verplichting tot persoonlijke arbeid
- Dirigent bij koren en orkesten (LamersRozendal)
- Gastdirigent (NAPK en FNV KIEM)
- Gastregisseur en –choreograaf (NAPK en FNV KIEM)
- Gastrepetitor, -docent, -balletmeester en –assistent-choreograaf (NAPK en FNV KIEM)
4. Artiestenregeling Als er geen dienstbetrekking bestaat, kan de artiestenregeling van toepassing zijn. De regeling geldt voor artiesten die optredens doen en niet als werknemer in dienst zijn. Veel artiesten maken er gebruik van, want de artiestenregeling heeft de volgende voordelen:
- Voor de artiest wordt alvast loonbelasting afgedragen
- Omdat er premies worden afgedragen is de artiest verzekerd voor de WW, ZW en WIA
- De artiest is feitelijk zelfstandig en kan daarom zijn inkomen na afloop van het jaar aangeven als winst uit onderneming, met alle bijbehorende belastingvoordelen.
- Er is geen BTW van toepassing, dus de administratie kan eenvoudig blijven. Hiervoor kan de opdrachtgever een verloningsbureau inschakelen.
5. Uit de artiestenregeling stappen Zelfstandige artiesten kunnen ook afzien van de artiestenregeling. Dat kan met een goedgekeurde modelovereenkomst of met een eigen verklaring. De tekst van die verklaring is: Met dit optreden ontstaat geen dienstbetrekking. Hierdoor kan echter wel de artiestenregeling van art. 5a Wet LB en art. 4 Besluit van 24 december 1986 (sociale verzekeringen) van toepassing zijn, maar de artiest of het gezelschap kiest er voor om géén gebruik te maken van deze artiestenregeling, dus om géén loonheffingen te laten afdragen en niet verzekerd te zijn voor de werknemersverzekeringen. Bij een gezelschap geldt dit voor alle artiesten. Hiermee wordt voldaan aan art. 3bis UB LB en art. 4, lid 2 Besluit 24 december 1986. Door deze keuze mag de gage voor het optreden bruto (als uitkoopsom) aan de artiest of het gezelschap uitbetaald worden. Vervolgens kan op elke factuur het beste een verkorte eigen verklaring gezet worden: De artiest of het gezelschap heeft er voor gekozen om géén gebruik te maken van de artiestenregeling, dus om géén loonheffingen te laten afdragen en niet verzekerd te zijn voor de werknemersverzekeringen. Door deze keuze mag de opdrachtgever de gage voor het optreden bruto (als uitkoopsom) uitbetalen. Bij een gezelschap moeten namen en adressen van de leden worden bijgevoegd. De teksten hoeven niet exact zo gebruikt te worden, maar mogen enigszins worden aangepast, mits de strekking maar hetzelfde blijft. Als een artiest of gezelschap vaker voor een opdrachtgever optredens doet, hoeft de eigen verklaring maar één keer afgegeven te worden.
6. Verder geen wijzigingen De inhoudingsplichtigenverklaring, gageverklaring en regels voor buitenlandse artiesten en gezelschappen veranderen niet.