Reactie KNMO en Koornetwerk Nederland op uitgangspuntenbrief Cultuurbeleid 2021-2024

Brief aan Minister Van Engelshoven


Aan:                         Ministerie OCW
CC:                            Woordvoerders cultuur politieke partijen
Van:                          KNMO & Koornetwerk Nederland
Datum:                    28 juni 2019

Onderwerp:        Cultuurparticipatie: met, voor en door de sector



Geachte mevrouw Van Engelshoven,

Met ‘Cultuur voor Iedereen’ presenteerde u op 11 juni 2019 uw uitgangspunten voor het nieuwe cultuurstelsel 2021 – 2024. Koornetwerk Nederland en de Koninklijke Nederlandse Muziek Organisatie (hierna: KNMO) zien veel potentie in het voorgenomen nieuwe beleid voor cultuurparticipatie voor 2021-2024. Tegelijk roepen wij op om, meer dan nu het geval is, de sector onderdeel te maken van ontwikkeling, inzet en uitvoering van dit beleid. De KNMO en Koornetwerk Nederland gaan graag met u in gesprek op welke manier hieraan vorm kan worden gegeven. Wij willen u met deze reactie deelgenoot maken van onze visie en het mogelijke vervolg.

Verbindende kracht van verenigingen en vrijwilligers
De verbindende waarde van cultuurparticipatie en gelijke kansen zijn belangrijk, zo geeft u ook aan in uw brief, net als de kracht en potentie van amateurverenigingen in verbinding met zorg en sociaal werk. U investeert in cultuurparticipatie in een programma dat initiatieven van gemeenten en provincies ondersteunt. Als illustratie wordt de inzet van regio Twente genoemd om de amateurverenigingen te ondersteunen zodat deze de verbindende rol ook in de toekomst kunnen vervullen. KNMO en Koornetwerk Nederland zien hierin de inzet van de vele aangesloten orkesten en koren erkend en zijn verheugd dat deze ambitie onderdeel uitmaakt van het nieuwe cultuurbeleid.

De monitor amateurkunst (LKCA 2017) en verenigingsmonitor (LKCA 2019) laten zien dat zo’n 1,5 miljoen Nederlanders aangesloten zijn bij een culturele vereniging en een groot deel (20%) van de leden zet zich daarnaast als vrijwilliger in om het vrijetijdsaanbod met voorstellingen, concerten, workshops, repetities mogelijk te maken, toegankelijk te houden en te verbinden met bijvoorbeeld het onderwijs. Er zit een enorme kracht, vitaliteit en energie bij deze actieve Nederlanders. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet.

Wij gaan er dan ook vanuit dat de uitgesproken ambitie concreet vorm gaat krijgen in een meer structurele ondersteuning van het verenigingsleven.

Vitaliteit van vereniging: een transitieproces
Er verandert veel in de wijze waarop vrijwilligers zich willen inzetten en organiseren en waarin amateurmusici hun passie willen uitoefenen. De vele vrijwilligers zien zich voor uitdagingen gesteld, die zowel veelomvattend, complex als inspirerend zijn. Voorbeelden zijn o.a. de toegenomen regelgeving (AVG, vergunningen), invulling van fair practice voor de verenigingen als werk- en opdrachtgever, maar ook het ontwikkelen van een nieuwe generatie actieve en diverse vrijwilligers die zich willen inzetten voor het verenigingsleven.

Daarnaast maken traditionele vormen van organiseren, financieren, vrijwilligerswerk en het aanbieden van activiteiten plaats voor nieuwe vormen. Deze transities spelen lokaal bij verenigingen, maar ook bij regionale en landelijke koepelorganisaties en bonden. Deze transities naar nieuwe vormen van organisatie kennen diverse verschijningsvormen: van een ‘traditionele’ vereniging naar een projectorganisatie, van een vereniging gefinancierd middels contributie/subsidie naar meer ‘cultureel ondernemerschap’.

Ook de aansluiting van de ‘traditionele’ vereniging bij andere (kunst)disciplines en nieuwe doelgroepen maakt onderdeel uit van een transitie die de laatste jaren is ingezet. De KNMO en Koornetwerk Nederland ondersteunen waar mogelijk verenigingen om deze transitie vorm te geven.

Een nieuwe en diverse generatie om continuïteit te waarborgen
Met dank aan Méér Muziek in de Klas en Cultuureducatie met Kwaliteit maken veel kinderen weer kennis met muziek en verwelkomen we ze in onze verenigingen, tegelijkertijd zien we door vergrijzing onnodig veel ouderen stoppen en hiermee een deel van hun sociale netwerk verliezen. Door de vergrijzing dreigt ook kennis en continuïteit in het gedrang te komen. Zodoende is er een verhoogde inzet op de ontwikkeling van een diverse, nieuwe generatie vrijwilligers noodzakelijk om de continuïteit te waarborgen.

De KNMO en Koornetwerk Nederland zetten diverse middelen in om de diversiteit voor de toekomst te vergroten en een jonge generatie bestuurders en vrijwilligers te activeren. Wij werken hier actief samen met de sportsector die deze beweging reeds enige jaren geleden heeft ingezet.

Ondersteuning vrijwilligers en verenigingen onder druk of verdwenen
De amateurmuzieksector kent, mede door zijn omvang, een grote hoeveelheid initiatieven. Zo is voor elke uitdaging elders in het land al een inspirerende oplossing voor handen. De publicatie Vereniging in Verandering (LKCA 2019) illustreert dit. Echter, om deze grote sector daadwerkelijk de transitie mee te laten maken is er meer nodig. Wij constateren dat de ondersteuning van de amateursector en het verenigingsleven de laatste decennia zwaar onder druk is komen te staan. Waar rond de eeuwwisseling ondersteunende organisaties als de Samenwerkende Nederlandse Korenorganisaties en het Nederlands Instituut voor de Blaasmuziek met raad én daad voor en met de sector werkten, is door de opeenvolgende fusies naar UNISONO, Kunstfactor en nu het LKCA de landelijke ondersteuning abstracter geworden en verder van de sector af komen te staan. In onze ogen veel te ver. Met het wijzigen van de opdracht van een ondersteuningsinstelling naar kennisinstituut destijds zijn veel kennis, vitale ondersteunende functies en activiteiten verloren gegaan of rusten nu op de schouders van vrijwilligers van o.a. de KNMO en Koornetwerk Nederland en hun leden. De KNMO en Koornetwerk voeren nu een groot deel van deze ondersteuningstaken uit echter zonder de voormalige mankracht en middelen van deze ondersteuningstaken.

Wij constateren dat het LKCA binnen haar opdracht in samenwerking met de KNMO en Koornetwerk Nederland haar best doet ondersteuning meer praktisch in te richten echter lijkt een meer gerichte opdracht aan het LKCA op dit onderdeel noodzakelijk om daadwerkelijk een ontwikkeling met impact in gang te zetten.

Samenwerking nationaal en regionaal
Lokaal en regionaal is de ondersteuning in organisatie en aanpak divers en versnipperd: van heel sterk en dichtbij de sector tot nagenoeg afwezig. De laatste periode is met name onder druk van de decentralisatie van het ‘sociaal domein’ door veel gemeenten een bezuiniging doorgevoerd ten koste van de sector. Op (muziek) gebied van sociale cohesie, verbindingen tussen burgers en ontwikkeling van jeugd hebben veel gemeenten voor bezuinigingen gekozen die voor de korte termijn een sluitende begroting opleveren maar voor de lange termijn grote gevolgen hebben.

De samenwerking met gemeente en provincies voor het versterken van cultuurparticipatie zoals aangekondigd in de uitgangspuntenbrief zien we dan ook als een kans om de impact van de ondersteuning in een betere afstemming tussen de diverse overheden te vergroten. Wij verwachten hierbij niet dat de Rijksoverheid de ‘gaten’ in de ondersteuning op lokaal niveau dicht, wij willen juist streven naar een betere samenhang en samenwerking waarbij de inzet efficiënter en meer concreet wordt voor het verenigingsleven.

Actieplan Muziek meemaken – samen investeren in vitale amateurmuziek
Er zijn uiteenlopende voorbeelden, zowel binnen de culturele sector (convenanten tussen de diverse overheden) als in andere sectoren (Sportakkoord) waarbij afspraken worden gemaakt op welke manier en vanuit welke rol taken en de financiering hiervan wordt vormgegeven. De KNMO en Koornetwerk Nederland zijn er van overtuigd dat de ondersteuning veel dichter op de sector moet, veel concreter, praktischer en waar nodig ook discipline specifiek. Waar mogelijk moet vooral ook de sector zelf in staat worden gesteld om ondersteuning vorm te geven. Dit kan enkel bereikt worden door een goede en afgewogen samenwerking tussen overheden en de relevante ‘stakeholders’ zoals de KNMO en Koornetwerk Nederland.

Wij pleiten dan ook om te komen tot een Nationaal Actieplan ‘Muziek Meemaken’: een actieplan waarin overheden, de sector met verenigingen en bonden en overige partijen gezamenlijk aan de slag gaan en mee invulling geven aan de doelstellingen zoals ook genoemd in uw uitgangspuntenbrief. En een actieplan waarbij lokaal, regionaal en landelijk afspraken gemaakt worden over een manier van ondersteunen en financieren die meer concreet en praktisch is.

Dit alles om een gezamenlijke, toekomstbestendige en vitale amateurmuzieksector mogelijk te maken. Een sector die toegankelijk is voor iedereen en die vrijwilligers in hun kracht zet. Hiermee bouwen we voort op de inzet van Méér Muziek in de Klas, Cultuureducatie met Kwaliteit en Impuls Muziekonderwijs en kunnen verenigingen ook in de toekomst die verbindende rol in de samenleving spelen die nu zo vanzelfsprekend lijkt.

Wij gaan graag met u in gesprek om deze gezamenlijke ambitie toe te lichten.

Namens de KNMO,  


Bart van Meijl   
voorzitter

Namens Koornetwerk Nederland,


Daphne Wassink
voorzitter