Resultaten van de enquête van LKCA, afgenomen in juni 2020 in de amateurkunstsector.[1]
Het online vragenlijst-onderzoek is in juni uitgevoerd door LKCA, Huis voor de Kunsten, Koornetwerk Nederland en KNMO. 2.226 verenigingen, 96 informele groepen, 959 kunstdocenten en artistiek begeleiders en 157 centra voor de kunsten en muziek-, dans- en theaterscholen deden mee aan het onderzoek.
De enquête isuitgezet onder organisaties in de amateurkunstsector om hun situatie te meten in coronatijd. 1302 koren en vocale groepen, groot en klein, hebben de enquête ingevuld. Het waren alle zanggerelateerde organisaties die een vereniging of stichting zijn. 1110 daarvan (85,3%) zijn lid van een koepel of bond[2]. LKCA neemt zich voor de enquête regelmatig te herhalen, om op deze manier een vinger aan de pols te houden bij de amateurkunstsector in coronatijd.
Uit de enquête blijkt dat 72% van de koren[3] de reguliere repetities vanwege corona heeft geannuleerd; 22% is digitaal doorgegaan, onder meer via Zoom. Voor zover koren concerten hadden gepland zijn deze alle geannuleerd.
87% van de koren heeft de artistiek begeleider(s) (dat betreft waarschijnlijk meest dirigenten, red.) geheel of gedeeltelijk doorbetaald , 2% heeft de betaling uitgesteld en 11% heeft de betaling stop gezet. De huur van de repetitieruimte is in 44% van de gevallen geheel of gedeeltelijk doorbetaald, in 6% uitgesteld en bij 49% stopgezet.
36% van de koren houdt het voor mogelijk dat er over een jaar minder koorleden zijn, 21% acht dat waarschijnlijk, 23% zeer waarschijnlijk. Opgeteld betekent het dat 80% van de koren rekening houdt met minder koorleden over een jaar.
Ongeveer een derde van de koren heeft schade opgelopen door de coronamaatregelen. Gemiddeld gaat het om een bedrag van € 2.400, wat kan oplopen tot gemiddeld € 4.000 als de beperkende maatregelen langer aanhouden. Misgelopen inkomsten betreffen voor 21% contributiebijdragen, voor 72,8% omzet uit optreden, voor 20,9 sponsorbijdragen en voor 21,3% inkomsten uit acties (zoals lotenverkoop). Ook zijn er minder inkomsten uit externe fondsen (8%), opbrengsten baromzet (12,7%), overheidssubsidies (5,1%) en ‘andere inkomstenbronnen’ (11,8%).
44% van de koren veronderstelt de repetities weer op te kunnen starten na de zomer, 42% weet dat nog niet. Voor wat betreft concerten is die onzekerheid groter, namelijk 77%. Maar áls men begint zal dat zijn in kleine groepen (53,4%), in een andere (grotere) repetitieruimte (31,5%), buiten (27,8%), anders (16,9%) of online (13,4%). 9,9% geeft aan rekening te houden met leeftijdscategorieën.
Rondom geplande concerten verwacht 42,4% dat deze door kunnen gaan zoals gepland, 51,9% verwacht dat ‘anders’ te gaan organiseren, 14,5% verplaatst deze naar een andere ruimte, 8,8% gaat buiten concerteren en 7,8% gaat het concert online zetten.
Op de vraag waarom het koor (nog) niet repeteert waren de antwoorden als volgt:
- we willen eerst duidelijkheid over de risico’s van zingen (93,5%)
- een deel van de leden wil het niet vanwege besmettingsgevaar (57,1%)
- de repetitieruimte is niet geschikt voor de vereiste 1,5 meter afstand (56,8%)
- het bestuur wil het niet vanwege besmettingsgevaar (54,4%)
- we weten niet hoe we de afstandsregel in de praktijk (36,5%) of artistiek (13,4%) moeten vormgeven
- het mag nog niet van de overheid (32,2%)
- de repetitieruimte is nog niet beschikbaar (24,2%)
- de artistiek (bege)leider wil het niet vanwege besmettingsgevaar (13,6%)
- zonder het vooruitzicht op een concert is er geen noodzaak om te repeteren (6,3%)
- overige redenen (11,6%)
Op de vraag waarom er (nog) geen concerten worden gegeven waren de antwoorden:
- vanwege de onduidelijkheid over de risico’s van samen musiceren (80,8%)
- we hebben onvoldoende kunnen repeteren (51%)
- het is onduidelijk of bijeenkomsten > 100 personen vanaf 1 september zijn toegestaan (46,9%)
- het bestuur wil het niet vanwege besmettingsgevaar (44,8%)
- we weten niet hoe we de afstandsregel in de praktijk (39%) of artistiek (18,1%) moeten vormgeven
- we verwachten dat de kosten te hoog zijn omdat er niet voldoende publiek in de locatie kan (28,9%)
- we verwachten onvoldoende publiek te kunnen trekken (27,9%)
- er zijn voor ons geen geschikte podia met de huidige protocollen (26,9)
- het mag nog niet van de overheid (26,8%)
- de artistiek (bege)leider(s) wil het niet vanwege besmettingsgevaar (10,4%)
38,6% van de koren zegt geen ondersteuning nodig te hebben om door de met corona samenhangende problemen te komen. Koren die wel ondersteuning behoeven, hebben dat nodig met betrekking tot een andere locatie voor repetities (32,3%) of concerten (10,8%), en/of ondersteuning bij het praktisch vormgeven van de 1,5 meter maatregel (33,6%). 13,1% van de koren geeft aan financiële ondersteuning te willen.
Conclusies
De enquêteresultaten tekenen de grote onzekerheid die er in de maand juni was over besmettingsgevaar bij samen zingen. Verreweg de meeste koren menen dat men pas verder gaat wanneer er duidelijkheid is over de condities van veilig zingen. Pas op 1 juli is het bericht gekomen dat samen zingen weer kon, met inachtneming van veiligheidsmaatregelen. Vermoedelijk zullen de resultaten van de vervolgenquêtes ‘meebewegen’ met de vraag wat op dat moment mogelijk is gezien de corona-situatie.
Toch is nu al duidelijk dat veel koren kosten hebben vanwege de corona-crisis: koorleden die ermee stoppen, concerten die niet door kunnen gaan, inkomstenbronnen die geheel of gedeeltelijk weggevallen zijn. Het gaat dan om een bedrag van gemiddeld enkele duizenden Euro’s per koor, maar dit kan aanzienlijk meer worden als de beperkende maatregelen voor langere tijd zullen gaan gelden.
Wel is het is bemoedigend te constateren dat heel veel koren, samen met de dirigent, gezocht hebben naar oplossingen om de crisistijd door te komen. De meeste koren betalen de dirigent door en zoeken naar alternatieven om toch bijeen te komen, onder meer via Zoom, of in een grotere repetitieruimte.
Thomas Hessels
Bestuurslid Koornetwerk Nederland
[1] Dit artikel behandelt alleen de resultaten van de enquête voor de koorsector De resultaten voor de brede amateur kunstensector zijn te vinden op de website van het Landelijk Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) www.lkca.nl.
[2] Ook 80 ‘informele organisaties’ hebben de enquête ingevuld. De resultaten van de informele organisaties wijken overigens niet veel af van die van de formele organisaties. Van de informele organisaties is 45% lid van een koepel of korenbond. Ook is de enquête afgenomen bij kunstprofessionals, zoals dirigenten. Daarover zijn afzonderlijke data opvraagbaar bij Koornetwerk Nederland.
[3] Waar in dit artikel gesproken wordt over ‘koren’ betreft dit alle respondenten, dus zowel kleine vocale groepen als grote koren.