Van het SLOT koor – interview over koor in corona-ervaringen

In juli organiseerde het Slotkoor onder leiding van Fokko Oldenhuis als één van de eerste amateurkoren in Nederland weer repetities met een bijzondere uitvoering in de Nicolaïkerk in Utrecht als resultaat. Hoe is het hen vergaan, wat zijn ze tegen gekomen en waar hebben ze rekening mee gehouden? 

Achtereenvolgens aan het woord: de verenigingsvoorzitter, de lokatiebeheerder en de koordirigent.


Rosalinde Smits voorzitter Slotkoor

  • Wat was voor jou als voorzitter belangrijk in de afweging om ‘ja’ te zeggen tegen het project en de organisatie op je te nemen? 
    Wat me over de streep trok was het idee dat mensen behoefte hadden aan samen zingen in onzekere en ook wel eenzame tijden en een opsteker konden gebruiken. We wilden ook een voorbeeld zijn voor de koorwereld en duidelijk maken dat samen in een koor zingen kan, mits je zorgvuldig bent en je afspraken met elkaar goed bewaakt. Mijn belangrijkste voorwaarde was dat er officieel toestemming was vanuit de overheid om samen te zingen voordat we het definitief door lieten gaan. 
  • Hoe ben je omgegaan met verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid als bestuurder? 
    Met behulp van het protocol van Koornetwerk Nederland hebben we een eigen protocol opgesteld voor zangers en publiek en ons heel precies aan de overheids- en gemeenteregels gehouden. Als je als bestuur handelt volgens de richtlijnen en regels van de overheid, gemeente én je locatie dan kun  je voor zover ik weet in juridische zin niet aansprakelijk worden gesteld. We zijn veel bezig geweest met het vooruitkijken en anticiperen op bepaalde situaties en hebben ons tot in de puntjes voorbereid, maar uiteindelijk moet je er ook op vertrouwen dat het goed gaat wanneer je werkt volgens de protocollen; zoals je er ook op mag vertrouwen dat zangers die graag samen willen zingen dat doen op een verantwoorde en verstandige manier. Die gezamenlijke verantwoordelijkheid en zorg voor elkaar moet je opbouwen. Zingen is daarmee eigenlijk nog veel socialer geworden!  
  • Hoever kun en moet je gaan als bestuurder met die verantwoordelijkheid?  
    We zijn uitgegaan van eigen verantwoordelijkheid van de leden en hebben zelf gedurende het project in de gaten gehouden hoe dit ging; omdat de afstandsregels vooral in een koor zo onnatuurlijk voelen, kan het gebeuren dat mensen eventjes wat minder scherp op de regels zijn. Dat is bij ons ook wel gebeurd en dan herinnerden we de betreffende personen er aan. De afstanden golden gedurende het hele project, dag en nacht, dus als mensen van tevoren samen reisden of erna samen ergens gingen eten, was afstand nog steeds de norm en óók naar hun toekomstig publiek. Daarnaast hebben we mensen uitdrukkelijk verzocht thuis te blijven bij de minste klachten en zich te laten testen, wat één iemand inderdaad ook overkwam. Die persoon (zij had overigens niet het virus) heeft de deelnemersbijdrage  teruggekregen. Daarmee wilden we ook het signaal afgeven dat veiligheid boven alles gaat.
  • Heb je rekening gehouden met de situatie waarin het mis was gegaan en er besmettingen zouden zijn geweest? Hoe heb je je daar op voorbereid? 
    We hebben vooral gekeken naar het voorkómen van risico’s. Bij een besmetting hadden we de regels gevolgd van zelf laten melden bij de GGD met vervolgens bron- en contactonderzoek. 
  • Vergde het werken in deze bijzondere situatie extra inzet van je? 
    Ja, zeker; door de extra maatregelen hebben we veel tijd besteed aan de voorbereiding van het project en het concert gedurende een hele korte periode, omdat we pas kort van tevoren besloten ervoor te gaan. Gedurende de week waren we nog bezig met de opstellingen van het koor en de logistiek en plaatsing van het publiek in de ruimte. Het was voor iedereen even wennen om met de maatregelen te repeteren, maar na een paar dagen kwam er een routine in de groep en werd het voor ons meer ontspannen. 
    En toen ik het openingspraatje deed van het concert, voelde ik me waanzinnig gelukkig dat we dit project hadden opgezet en de muziek met elkaar en ons publiek konden delen. 

Tips en adviezen

  • Zorg dat je met je bestuur en dirigent op één lijn zit en blijf met elkaar in gesprek. Luister goed naar elkaar en wacht met beslissingen tot iedereen er achter staat. 
  • Zoek een locatie waar je je als groep vrij kunt bewegen omdat er ruimte is binnen en buiten
  • Overleg goed met de eigenaar of beheerder van de locatie over de invulling van je zangdagen/avonden en wie wat regelt/waar verantwoordelijk voor is. 
  • Reken op de eigen verantwoordelijkheid van je (vaste) zangers en geef mensen concrete taken zodat je als bestuur niet in je eentje overal op moet letten. 
  • Laat mensen zelf afwegen of ze het aandurven om te komen zingen; iedereen maakt hier persoonlijke keuzes in. 
  • Wees coulant naar zangers die repetities overslaan; hou ze op de hoogte met online-verbindingen, nieuwsbrieven etc.. en hou contact via de telefoon hoe het met ze gaat. Niet kunnen zingen kan ook heel eenzaam zijn.
  • Voor het concert: verkoop je plaatsen alleen online, zo hou je overzicht op aantal, groepjes van 1, 2 of 3 personen en kun je zitplaatsen voorzien van naambordjes.

    En uiteindelijk; ga ervoor. Natuurlijk moet je goede afwegingen maken, maar er komt een moment dat je het gewoon moet gaan dóen. 

Jeannette Provily, beheerder van de kerk

  • Wat was voor jou als beheerder van de Nicolaikerk van belang om toestemming te geven voor het project dat de hele week in de kerk zou plaatsvinden?
    Ik zing zelf in een koor en wist dus goed hoezeer je het samen muziek maken kunt missen; daar wilde ik graag in tegemoet komen en dirigent en koor faciliteren. Ik ken koor en dirigent goed en wist dat ik de verantwoordelijkheid aan hen kon toevertrouwen. We hebben goed met elkaar besproken wie wat doet, maar ze waren zo goed voorbereid en hadden alles zo goed doordacht, dat ik eigenlijk alleen maar de deur hoefde te openen.
  • Wat kwam er voor jou als beheerder van de kerk bij kijken?
    Ik heb eigenlijk vooral gekeken naar hoe het protocol van het koor aansloot bij het protocol voor het gebruik van de kerkruimte. Maar hun protocol ging eigenlijk nog stukken verder dan het onze, dus dat leverde geen enkel probleem op.
  • Hoe kijk je terug op het project in je kerkruimte, heb je nog adviezen?
    Je hebt weliswaar de protocollen waar je naar handelt, maar je kunt echt nooit alles voorzien. Dan zijn er mensen die, omdat ze niet alles van tevoren kunnen voorzien, niet in actie durven te komen. Ik ben meer van het type om het dan gewoon te willen faciliteren en bij onvoorziene situaties te handelen naar bevinding van zaken. En daarbij is het dan natuurlijk prettig om de mensen met wie je te maken hebt, dirigent en koorbestuur, goed te kennen en ze te kunnen vertrouwen. Dat heb je wel nodig, vertrouwen in elkaar. 

Fokko Oldenhuis, dirigent

  • Heb je in je programmering rekening gehouden met de nieuwe situatie en de corona maatregelen? 
    Jazeker wel en om meerdere redenen. Ik heb gekozen voor een wat eenvoudiger programma met goed realiseerbare muziekstukken zodat iedereen de tijd en gelegenheid had om te wennen aan de andere situatie. Met muziekstukken die zich goed lenen om in kleine bezetting uit te voeren zoals de Sweelinckpsalmen en meerkorige stukken; daarmee namen we als vanzelf natuurlijk al afstand tot elkaar. Ik heb bewust anders dan gewoon geen beweeglijke, lastige en virtuoze stukken gekozen, want met de zangers op 1,5 meter afstand van elkaar, in een grote kerkruimte zou dat problemen hebben kunnen opleveren.
  • Had de nieuwe situatie, het repeteren op afstand, gevolgen voor je repetitie aanpak?
    Het viel me erg mee hoe de zangers elkaar toch behoorlijk snel vonden. Mensen zitten verder uit elkaar, zijn meer op zichzelf aangewezen en hebben daardoor een sterke focus. Je functie als dirigent wordt daardoor wel wat anders: zangers gingen soms wat voorzichtig zingen doordat ze elkaar minder goed konden horen en dan moet je je zangers stimuleren om toch voluit te zingen; dat was echt wel even wennen voor iedereen. 
    Het is daarom ook goed om je zangers van plaats te laten wisselen, op de laatste rij horen zangers echt weinig van elkaar , op de rijen daarvoor is dat natuurlijk beter en dus ook wat comfortabeler. 

    Maar het is in het begin zeker niet voor iedereen eenvoudig, je koorzangers moeten soms echt wel iets overwinnen en daar moet je ze echt bij helpen en in stimuleren. En het helpt om dan eerst eenvoudig repertoire te nemen, misschien zelfs gewoon te beginnen met éénstemmigheid.
    Ook qua organisatie moet je echt wel scherp blijven, zeker in het begin. Zorgen dat stoelen iedere keer op afstand gezet worden, met de duimstok; stoelen voorzien van met naambordjes zodat er geen gezoek is. En we hebben de changementen, de wisselingen van opstelling tijdens het concertmeer aandacht gegeven zodat er niet door elkaar gelopen zou worden. 
    In repetities moet je als dirigent goed oog hebben voor het handhaven van de onderlinge afstanden tijdens het zingen , daar heb je het beste overzicht van. Je moet wat langzamer en rustiger praten want de afstand en de actieradius zijn groter.  
  • Is het werken met een projectkoor in deze situatie anders dan met een vast koor? 
    Ja! Voor een projectkoor kiezen mensen: ze weten waarvoor ze komen. Ook tijdens dit Slotkoor project wilden ze weten waarvoor ze kozen, juist ook in juli toen we de eersten waren. Bij een vast koor hou je er ook rekening mee dat mensen niet meedoen en dan ga je kijken hoe ze toch betrokken kunnen worden. Je moet daar als dirigent flexibel in zijn en begrip tonen. Het is belangrijk dat iedereen zich kan uitspreken en aan kan geven wanneer het niet meer veilig voelt, daar moet geen taboe op liggen. Die sfeer moet je wel echt creëren, je moet als dirigent daar extra aandacht voor hebben.   
    Enin het geval van een vast koor voor degene die thuis zijn repetities zowel live uitzenden en ook opnames maken zodat dat nagestuurd kan worden.
  • Vergt het extra inzet?
    Het ontwikkelen van een nieuwe werkwijze, daar moet je echt wel even over nadenken. Hoe creëer ik op een goede manier de betrokkenheid van zangers en spreek ik het bewustzijn van zangers aan. Daar kom je toch vooral ook achter door de koorleden te spreken. Natuurlijk kun je een mail sturen, een enquête sturen of zo, maar persoonlijk contact is de beste manier om persoonlijke betrokkenheid te bewaken en te bewaren. En natuurlijk heeft een bestuur daar een belangrijke rol in. Creëer een sfeer van begrip en zorg dat je de boel bij elkaar houdt. En daar kun je als dirigent bij helpen, adviseren en meedenken.

Tips en adviezen

  • Stel je verwachtingen bij, repetities zijn momenten waarop iedereen weer KAN zingen, dat staat in het begin voorop: het plezier om weer samen te kunnen zingen. 
  • De prestatie en de presentatie daarvan in een uitvoering zijn van later zorg, dat is stap twee. 
  • Praktische tips hiervoor: begin klein en eenvoudig, kleinere bezetting en meer eenvoudige muziek. Bouw dat stap voor stap uit, langzaam naar meer en naar het normale niveau van je repertoire. 
  • Reflecteer en evalueer tussentijds. Pas aan waar nodig. Het is een fase waarin iedereen zoekt en experimenteert. Betrek iedereen hierbij. Als eerste Voorop staat het samen zijn en kunnen zingen. Wanneer het ‘nieuwe normaal’ als vertrouwd voelt, kun je weer een volgende stap zetten. 
  • En als laatste: benader uiteindelijk, eigenlijk zelfs zo snel mogelijk maar wel zorgvuldig, deze nieuwe situatie als het nieuwe normaal. Blijf niet hangen in een corona-lamentatie, pas je aan en stel het zingen en de muziek uiteindelijk weer voorop. Want het gaat nog wel even duren. Maar het kan. Dus de knop om en muziek maken.